Het beeld van de vos
De vos was in de middeleeuwen een niet graag gezien dier. Het was een roofdier dat veel schade kon aanrichten. Als kippendief kon hij op het platteland honger en zelfs voedseltekort betekenen.
De auteur van de Reinaert noemt zijn hoofdpersonage den fellen metten grijsen baerde (een felle kerel met een grijze baard). Fel had in de middeleeuwen de tegenovergestelde betekenis van hoofs. Het is een zeer negatief geladen woord. De vos was tevens een drager van hondsdolheid en werd gezien als de verpersoonlijking van de duivel. Hij zou zich ook voor dood houden, zodat het lijkt alsof hij een lijk is. Daardoor komen vogels op hem af en als ze zeer dichtbij zijn eet hij ze op. Kortom, de vos was een doortrapt, boosaardig, onheilspellend dier.
Met die reputatie heeft het dier al veel langer te kampen. Ook in de literatuur: een van de fabels van Esopus (uit de zesde eeuw vóór Christus) verloopt als volgt.
De vos was in de middeleeuwen een niet graag gezien dier. Het was een roofdier dat veel schade kon aanrichten. Als kippendief kon hij op het platteland honger en zelfs voedseltekort betekenen.
De auteur van de Reinaert noemt zijn hoofdpersonage den fellen metten grijsen baerde (een felle kerel met een grijze baard). Fel had in de middeleeuwen de tegenovergestelde betekenis van hoofs. Het is een zeer negatief geladen woord. De vos was tevens een drager van hondsdolheid en werd gezien als de verpersoonlijking van de duivel. Hij zou zich ook voor dood houden, zodat het lijkt alsof hij een lijk is. Daardoor komen vogels op hem af en als ze zeer dichtbij zijn eet hij ze op. Kortom, de vos was een doortrapt, boosaardig, onheilspellend dier.
Met die reputatie heeft het dier al veel langer te kampen. Ook in de literatuur: een van de fabels van Esopus (uit de zesde eeuw vóór Christus) verloopt als volgt.
De hongerige vos wil de raaf verslinden, maar die zit onbereikbaar in een boom, met een stuk kaas in zijn snavel geklemd. De vos weet de raaf door vleierij zo ver te krijgen dat hij hard begint te zingen. Daardoor verliest de vogel de greep op de kaas, die op de grond valt. De vos wendt voor dat hij de kaas enorm vindt stinken en vraagt de raaf hem weg te halen. Als de raaf dat probeert, lukt het de vos bijna om het te verschalken, maar de raaf weet op het nippertje te ontvluchten. De kaas blijft echter als buit bij de vos achter.
Hans Teeuwen, de bekende Nederlandse cabaretier, is met die stof aan de haal gegaan en heeft er zijn eigen interpretatie aan gegeven. Hij laat de vos figureren in zijn zaalshow 'Hard en zielig' (1995). Bekijk hieronder zijn aangepaste versie van het verhaal en bekijk de vragen die erbij komen. Ze zijn een goede voorbereiding op het luisterexamen.
1. Vat het verhaaltje goed samen in hooguit honderd woorden (Hans Teeuwen gebruikt er ongeveer duizend). Noem daarin alle personages. (5)
2. De vogelverschrikker is heldhaftig, de raaf sluw en gewetenloos, maar hoe wordt de vos getypeerd? Hoe verschilt dit van de voorstelling die we hebben van Reinaert? (2)
3. In de sketch komt een heldenlied voor over Kiekerjan. Is Kiekerjan een held, als je kijkt naar het hele verhaaltje? Beargumenteer je antwoord. (1)
4. Loopt het verhaaltje goed of slecht af? Leg je antwoord uit door te verwijzen naar het verhaal en naar de afloop voor de hoofdpersonen. (2)
5. Heeft de sketch een moraal (expliciete les)? Zo ja, hoe luidt die? Zo niet, wat is dan de impliciete (onuitgesproken) boodschap? (1)
6. Vind je dit verhaaltje grappig? Ja/nee. Noem twee verschillende redenen waarom jij het verhaal (niet) leuk vindt. Niet goed is: ‘Ik vind Hans Teeuwen gewoon (niet) leuk’. (2)
7. In de sketch smeekt de opgejaagde vos de raaf in de boom om hulp, hoewel ‘ze nooit vrienden van elkaar zijn geweest’, ‘altijd elkaar het leven zuur hebben gemaakt’. Waarop doelt de vos hier? (1)
8. Voldoet de werkwijze van Teeuwen aan de volgende typering? Leg uit. (1)
'Er zijn veel redenen om over dieren te schrijven. Meer dan tien miljoen. Zoveel soorten zijn er. Maar de beste reden is luiheid. Kies een diersoort en je krijgt er zijn hele hebben en houden bij. Neem een vos als personage en je hoeft niet meer uit te weiden over zijn sluwheid, de gladheid van zijn praatjes, de charme van bedrog. De schrijver bespaart zich alinea's karakterbeschrijving - zijn held is al van vlees en bloed - de lezer kan een kwartiertje iets anders gaan doen.'
- bioloog en schrijver Midas Dekkers