In de middeleeuwen werden verhalen anders vormgegeven dan nu. Tegenwoordig worden boeken meestal in doorlopende regels (in proza) geschreven. Bovendien zijn ze bedoeld om stil te lezen. middeleeuwse verhalen zijn bijna allemaal op rijm (in versvorm) overgeleverd. Ze waren bedoeld om naar te luisteren. Herman Pleij, expert ter zake, weet je er meer over te vertellen.
Ook de taal die in de middeleeuwen in de Lage Landen gesproken en geschreven werd, verschilt nogal van het Nederlands zoals wij dat gebruiken. Het had een paar bijzondere kenmerken. Wie probeert om het Middelnederlands hardop te lezen, zal merken dat een aantal woorden weliswaar vertrouwd in de oren klinkt, maar dat veel andere woorden niet zo gemakkelijk te herkennen zijn.
- In sommige gevallen lijken ze op een Frans, Engels of Duits woord. Grongaard is verwant aan het Franse grogner: 'mopperen'. Ende klinkt bijna hetzelfde als het Engelse and: 'ene. Bijspel lijkt op het Duitse Beispiel: 'voorbeeld'.
- Ook kende het Middelnederlands naamvalsvormen, zoals het Duits die nog steeds heeft. In het Nederlands gebruiken we tegenwoordig alleen nog een aantal 'versteende' naamsvalsvormen, zoals 'op den duur' en 'in groten getale'.
- Het bijvoeglijke naamwoord kan in het Middelnederlands zowel voor als na het zelfstandig naamwoord komen, zoals een joncfrouw trouw. Dit kun je opnieuw vergelijken met het moderne Frans.
- In het Middelnederlands werden de woorden geschreven zoals ze het hoorden, fonetische spelling heet dat. Er waren geen vaste regels wat spelling betreft.
- Er werden ook geen dubbele klinkers achter elkaar gebruikt. Vroeger werd er dan een “i of e” achter sommige klinkers gezet en die moesten dan lang uitgesproken worden (zoals maer).
- Hoewel er vanzelfsprekend geen middeleeuwse geluidsopnames bestaan, weten we vrij zeker dat in het Middelnederlands soms andere klanken gebruikt werden dan tegenwoordig. De 'ij' klonk als een lange 'ie'. Gij werd dus uitgesproken als 'gie' en zijn als 'zien'. De 'ui' klonk als een lange 'uu'. Huis spreek je dus uit als 'huus'. In sommige dialecten is dat vandaag de dag trouwens nog zo.
- Ten slotte werden er vaak dubbele ontkenningen gebruikt ('en ... niet'), zoals nog steeds in het Zuid-Afrikaans ('nie ... nie') en het Frans ('ne ... pas').
Er is weliswaar nog veel meer over de Middelnederlandse taal op te merken, maar dit is voorlopig voldoende om met Reinaert de vos aan de slag te kunnen.